Bij het vaststellen van de begroting 2020 in november 2019 zijn de nadelige uitkomsten in de jaren 2021 en 2020 de gedekt door te putten uit de specifiek hiervoor ingestelde reserve “Begrotingstekorten 2021 en 2022. Door deze putting kon nog wel een sluitende begroting worden vastgesteld. De provincie heeft in haar toezichtkader hierbij o.a. de volgende regels gesteld:

  • Na het besluit tot inzet van de algemene reserve kan de jaarlijkse inzet niet meer verhoogd worden. Verlaging of geheel beëindigen van de inzet van de algemene reserve is wel mogelijk.
  • Zo lang inzet van de algemene reserve-onderdeel uitmaakt van de (meerjaren)begrotingen, dienen alle jaarschijven, waar de inzet van de algemene reserve niet meer opgenomen is, structureel en reëel in evenwicht te zijn.
  • Na het vervallen van de inzet van de algemene reserve moet er dus sprake zijn van een situatie dat er geen noodzaak meer bestaat om incidentele middelen in te zetten om de begroting structureel in evenwicht te brengen. Het alleen opnemen van een bezuinigingstaakstelling maakt het structureel en reëel evenwicht niet voldoende aannemelijk.

Gezien het bovenstaande stellen wij voor de putting in 2021 van €520.000 en in 2022 van €916.000 ongedaan te maken en de bedragen terug te storten in de generieke weerstandsreserve. Naast het vergroten van de generieke weerstandsreserve is het voordeel, dat bij de begroting 2021-2024 dan opnieuw, kan worden gebruik gemaakt van eenmalige middelen om de begroting 2021-2024 structureel sluitend te maken.