Op basis van de informatie in de Kaderbrief wordt inzicht gegeven over een kaderstellende richting waarmee bij het opstellen van de begroting 2021 rekening wordt gehouden en nader wordt uitgewerkt. Normaliter gebeurde dit ten behoeve van de Voorjaarsnota, maar deze is door de raad in verband met het coronavirus dit jaar geschrapt. Uitgangspunt blijft een structureel sluitende (meerjaren)begroting met voldoende weerstandsvermogen.
In de 1e kwartaalrapportage zijn de eenmalige autonome ontwikkelingen in 2020 meegenomen en de structurele ontwikkelingen die beginnen in 2020.
In de kaderbrief worden de autonome ontwikkelingen, die beginnen in 2021 of later, opgenomen. Bij de kaderbrief besluit de raad niet tot het aanpassen van de begroting. De onderwerpen worden betrokken bij het opstellen van de begroting 2021-2024.
Ook worden een aantal risico’s en kansen genoemd, die actueel kunnen worden bij het opstellen van de begroting 2021-2024. Hierdoor ontstaat er wel indicatie over de uitkomsten van de begroting.
Na de 1e kwartaalrapportage 2020 is de uitkomst van de begroting 2020-2024.
bedragen x €1.000 (-/- = Nadeel) | |||||
Omschrijving | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
Saldo | -1.731 | -389 | 366 | 1.147 | 1.263 |
Er zijn autonome ontwikkelingen die pas na in 2021 of later zullen ontstaan. Deze ontwikkelingen worden dan in de begroting 2021-2024 opgenomen. De raadsbehandeling van deze begroting is gepland op 11 november 2020.
(bedragen x €1.000) (-/- = nadeel) | |||||||
Nr. | Omschrijving | Programma | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
1 | Veiligheidsregio | Openbare orde en veiligheid | 0 | 98 | 98 | 0 | 0 |
2 | Onkruidbestrijding | Leefomgeving | 0 | -94 | -94 | -94 | -94 |
3 | SVN leningen | Ruimtelijke ontwikkeling | 0 | 0 | 0 | 0 | 150 |
4 | Omgevingswet | Ruimtelijke ontwikkeling | 0 | -500 | 0 | 0 | 0 |
5 | Sporthal Keizerslanden | Meedoen | 0 | 0 | 0 | 0 | -90 |
6 | Sporthal Bathmen | Meedoen | 0 | 0 | 0 | 0 | -240 |
7 | Wijkwinkel / Deventer wijzer | Meedoen | 0 | -40 | 0 | 0 | 0 |
8 | Plus OV | Meedoen | 0 | 18 | 18 | 18 | 18 |
9 | VMBO-school de Marke-zuid | Jeugd en onderwijs | 0 | 0 | 0 | 0 | -500 |
10 | Servers | Bedrijfsvoering | 0 | 0 | -27 | -55 | -83 |
11 | Nieuwe jaarschijf 2024 | Algemene dekkingsmiddelen | 0 | 0 | 0 | 0 | -118 |
Saldo | 0 | -518 | -5 | -131 | -957 |
Toelichting
- Veiligheidsregio
Op verzoek van de kring van gemeentesecretarissen IJsselland is de VR verzocht onderzoek te doen naar besparingen om een bijdrage te leveren aan het financiële perspectief van gemeenten. Inmiddels heeft hier besluitvorming over plaatsgevonden en neemt de veiligheidsregio IJsselland in het meerjarenperspectief op:
Voor de korte termijn (2021-2022) €516.000 aan incidentele besparingen
De periode 2020-2022 te benutten om vanaf 2023 de incidentele besparing structureel vorm te geven, rekening houdend met de opgaven met financieel effect (denk aan de rechtspositie van brandweervrijwilligers). Voor Deventer een incidenteel voordeel van €97.843 in 2021 en 2022.
- Onkruidbestrijding
De gemeenteraad heeft bij de voorjaarsnota 2017 en de begroting 2018 besloten om structureel aanvullend budget beschikbaar te stellen zodat de onkruidbeheersing intensiever kan worden aangepakt. In totaal is nu €410.000 per jaar beschikbaar voor onkruidbeheersing. Sinds het afschaffen van het gebruik van Glyfosaat in de openbare ruimte is men bij CB op zoek naar de beste en meest effectieve manier om onkruidbeheersing in de verharding op het gewenste kwaliteitsniveau te krijgen en te houden. Tot op heden zijn de resultaten veelal nog niet naar tevredenheid omdat het afgesproken onderhoudsniveau in het programma Leefomgeving nog niet bestendigd kan worden. Indien het budget voor onkruidbeheersing niet wordt verhoogd ten opzichte van voorgaande jaren is er een gerede kans dat de beeldkwaliteit in 2020 slechter zal zijn dan in 2019. Het feitelijke beeld zal sterk afhankelijk zijn van weersinvloeden. In 2019 was het niveau B in het centrum en niveau C in de rest van de gemeente, waarbij ook sprake was van uitschieters naar niveau D. Om in 2021 naar een niveau van B in het centrum en C in de rest van de gemeente te realiseren zijn structureel €94.000 aanvullende middelen nodig. Het voornemen is om bij de begroting 2021 een voorstel aan de gemeenteraad voor te leggen, waarbij er extra wordt geïnvesteerd in onkruidbeheersing en de frequentie wordt verhoogd naar een onderhoudsfrequentie van 2 keer borstelen (in plaats van 1,3 gemiddeld in 2019), zodat een hogere beeldkwaliteit wordt behaald (overal een gemiddeld B-niveau).
- SVN-leningen
Er staan bij SVN-middelen voor het verstrekken van stimuleringsleningen voor verenigingen van eigenaren. Doel van deze middelen was het opknappen van portiekflats Rivierenwijk. Er worden vanuit SVN geen nieuwe leningen meer verstrekt. Alle middelen die bij SVN binnenkomen kunnen ingezet worden om de gemeentelijke lening af te lossen. Op de gemeentelijke balans staat nog een lening van €800.000. Deze kan in 2023 afgelost worden, middels het terughalen van middelen bij SVN. Vanaf 2024 kan voor een periode van circa 7 jaar, jaarlijks circa €150.000 vrijvallen ten gunste van de algemene middelen.
- Omgevingswet
Onlangs heeft de minister bekend gemaakt dat de Omgevingswet per 1 januari 2022 zal intreden.
De belangrijkste reden voor de verschuiving van de datum is dat het DSO (digitaal stelsel voor de Omgevingswet) niet tijdig operationeel kan zijn. De voorbereidende werkzaamheden in huis gaan door. Op dit moment vindt het traject wel enige hinder van de corona-crisis, vooral wat betreft de discussie met de Raad. Voor de implementatie van de Omgevingswet heeft het uitstel geen consequenties qua totaal benodigd budget; dit komt door onze aanpak tot dusver beleidsneutraal over en alleen activiteiten uitvoeren die nodig zijn. De kosten voor 2020 zijn gedekt. Voor 2021 – 2024 is een risico ten laste van het specifiek weerstandsvermogen gereserveerd. Voorstel is voor 2021 een budget van €500.000 beschikbaar te stellen ten laste van de algemene middelen en het risicoprofiel naar beneden bij te stellen, naar netto €425.000.
- Sporthal Keizerslanden
Zowel het schoolgebouw de Marke Zuid van het Etty Hillesum Lyceum (vmbo) als sporthal Keizerslanden zijn aan vervangende nieuwbouw toe. Bij de begroting 2018 was een krediet van €4,5 miljoen exclusief btw beschikbaar gesteld. Zoals reeds gemeld aan uw raad komt uit de businesscases van 2019 komt naar voren dat een investering van de gemeente nodig is van €14,5 miljoen inclusief btw voor een sporthal met 6 zaaldelen (flexibel inzetbaar, meest optimaal voor de sport in Deventer en voldoen aan alle duurzaamheidsaspecten) en €7 miljoen inclusief btw (€6,35 miljoen exclusief btw) voor een sporthal met 4 zaaldelen (één op één vervanging huidige sporthal). Voorgesteld wordt om in afwachting van vaststelling van het sportbeleid in ieder geval een aanvullend krediet beschikbaar te stellen voor de vervangende sporthal met 4 zaaldelen en de daarmee samenhangende stijging van de kapitaalslasten van €90.000 structureel vanaf 2024 te dekken uit de algemene middelen.
Na besluitvorming over het sportbeleid kan de business case worden geactualiseerd, waaruit het definitieve investeringsbedrag zal volgen.
- Sporthal Bathmen
De sporthal is gebouwd in 1978, dus ruim 40 jaar oud. Deze voldoet niet aan de accommodatie- eisen van de diverse sportbonden en het NOC-NSF. Investeringen die nodig zijn, hebben betrekking op:
• de bouwkundige staat van de sporthal,
• de verouderde technische installaties,
• verouderde voorzieningen (kleedkamers, sanitair) en
• maatregelen in het kader van veiligheid en hygiëne.
Het gebouw is afgeschreven, maar er zijn geen middelen gereserveerd voor nieuwbouw. Vanuit de bouwkundige staat en bijbehorende veiligheidseisen is er een noodzaak tot aanpak van de sporthal en daarmee een autonome ontwikkeling.
Vanuit dit oogpunt en het feit er vanuit een bewonersinitiatief uit Bathmen inmiddels een voorstel ligt tot een nieuwe sporthal annex sportpak, is procesbegeleiding vanuit de gemeente noodzakelijk. Vanuit de inwoners is de wens om in 2024 het nieuwe sportpark gerealiseerd te hebben. Dit betekent voor 2020 en 2021 ongeveer €60.000 aan procesbegeleiding vanuit de gemeente. (zie 1 e kwartaalrapportage 2020).
Een goede inschatting van het totale investeringsbedrag voor vervanging van de sporthal Bathmen is nog niet te maken. Daarvoor is nader onderzoek nodig, waarbij ook naar de ruimtelijke kaders moet worden gekeken. Hierbij wordt ook nauw opgetrokken met de initiatiefnemers uit Bathmen die een voorstel voor nieuwbouw hebben aangeleverd. Voorlopig houden we in de begroting rekening met een totaal investeringsbedrag van €6 miljoen (bouwsom plus grondkosten, bijkomende kosten, afwaarderingen, indexering einde werk etc. conform sporthal Keizerslanden). Vertaald naar kapitaalslasten betekent dit een structurele last van €240.000 vanaf 2024.
- Wijkwinkel/Deventer Wijzer
Voor het jaar 2020 is voorzien in ruimte voor afbouw van de subsidie Deventer Wijzer. Voor het jaar 2021 is voor een zorgvuldige afbouw van de subsidie eveneens eenmalig een frictiebudget van €40.000 nodig.
- Plus OV
De bijdrage in de organisatiekosten van PlusOV valt vanaf 2021 €18.000 lager uit dan de begroting 2020. Dit voordeel vloeit terug naar de algemene middelen, evenals de niet benodigde prijs en loonindex.
- Huisvesting VMBO-school de Marke-Zuid
Zowel het schoolgebouw de Marke Zuid van het Etty Hillesum Lyceum (vmbo) als sporthal Keizerslanden zijn aan vervangende nieuwbouw toe. Bij de begroting 2018 was een krediet van 12 miljoen beschikbaar gesteld, waarvan € 10,5 miljoen voor een nieuwe vmbo-school van 9.000m². Uit de business cases van 2019 kwam naar voren dat een gemeentelijke investering van €21,6 miljoen nodig is voor de nieuwbouw van een nieuwe vmbo-school van 9.000m². In de aan u gestuurde raadsmededeling is toegelicht dat deze stijging van het investeringsbedrag van €11,1 miljoen als autonoom is aan te merken. Voorgesteld wordt om de hiermee samenhangende stijging van de kapitaalslasten van €500.000 structureel vanaf 2024 te dekken uit de algemene middelen.
In de raadsmededeling staat ook dat het in januari 2020 het strategisch huisvestingsplan (SHP) door het Etty Hillesum Lyceum is afgerond. Uit het SHP blijkt dat Marke Noord volledig vrijgespeeld kan worden, zodat deze locatie om niet terugkomt naar de gemeente voor herontwikkeling. Daarvoor is het wel nodig dat de nieuwbouw voor 200 leerlingen meer moet worden gebouwd dan in de huidige plannen, een toevoeging van 1.200m² BVO. Deze toevoeging betekent een extra gemeentelijke investering, die wordt globaal ingeschat op circa €3,4 miljoen. Inclusief een risicobedrag voor extra parkeerplaatsen en inritten (€300.000), leidt deze toevoeging tot structureel extra kapitaalslasten van €175.000.
Stichting Carmel heeft in gesprekken aangegeven de eventuele opbrengstenpotentie van de locatie Boerhave als extra bijdrage (bovenop hun toegezegde bijdrage) in te willen brengen. Doordat er met deze ontwikkeling verschillende locatie(s) vrijkomen (De Marke Noord en mogelijk Boerhave en een deel op de Marke Zuid), is het voorstel aan de raad om de hieruit voortkomende opbrengsten te gebruiken voor dekking van de extra kapitaallasten voor de benodigde uitbreiding van 1.200m² BVO. Het risico bestaat dat als gevolg van planologische en economische ontwikkelingen de opbrengsten lager uitvallen. Voorlopig gaan we ervan uit dat de opbrengsten uit de ontwikkellocaties, toereikend zijn om de extra kapitaalslasten van de uitbreiding met 1200m² te kunnen dekken.
Na besluitvorming door de raad kunnen de business cases worden geactualiseerd en volgen de definitieve investeringsbedragen.
- Serverpark DOWR-I
De digitale transitie zal hogere eisen gaan stellen aan performance, connectiviteit en functionaliteit van het serverpark. De I-dienstverlening groeit qua ontwikkeling sneller dan op basis van indexering en uitvoeringsplannen werd verwacht. Het serverpark zal daarom jaarlijks met 25% worden uitgebreid. DOWR-I heeft in maart 2020 het serverpark al uitgebreid met acht servers (hardware), dit was gedekt binnen de roadmap van DOWR-I. Voor de periode 2020-2024 betekent dit een investering van €162.500 per jaar. Vanaf 2022 bedragen de rente- en afschrijvingskosten €43.884, oplopend naar €171.575 in 2025. Voor Deventer betekent dit €27.660 in 2022, oplopend naar €110.640 in 2025.
- Nieuwe jaarschijf 2024
De jaarschijf 2024 is vergeleken met de programmabegroting 2020-2023 toegevoegd. Dit betekent, dat voor dat jaar met betrekking tot bestaand beleid en autonome ontwikkelingen van een aantal uitgaven en inkomsten een structureel nadeel moet worden ingeboekt van €118.000. Het betreft een saldo van ramingen: Algemene uitkering, structurele stelpost autonome ontwikkelingen, toename ozb op basis uitbreiding aantal woningen en 3% tariefstijging, areaal infrastructuur en stelpost prijzen en lonen/sociale lasten, stelpost prijzen sociaal domein en volumeontwikkeling WMO.
De uitkomst van de begroting na kaderbrief is:
bedragen x €1.000 (-/- = Nadeel) | ||||||
Omschrijving | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
1 | uitkomst 1e kwartaalrapportage 2020 | -1.731 | -389 | 366 | 1.147 | 1.263 |
2 | Kaderbrief | 0 | -518 | -5 | -131 | -957 |
Saldo | -1.731 | -907 | 361 | 1.016 | 306 |
Door de grote onzekerheden met betrekking tot de financiële gevolgen van het coronavirus wordt geadviseerd nu geen besluit te nemen ten aanzien van de uitkomst van de begroting zijnde het opstarten van heroverwegingen en/of vrijgeven ruimte voor nieuw beleid, maar dit te betrekken bij het opstellen van de uitkomst van de begroting 2021 (november 2020). Er is dan meer bekend over: de gevolgen van het coronavirus, de bijdrage van het Rijk hierbij en uitkomsten mei/juni circulaire Algemene uitkering, septembercirculaire BUIG, uitkomsten grondexploitaties. Nadelen die uiteindelijk in 2020 en 2021 resteren moeten dan in eerste instantie worden gedekt uit de generieke weerstandsreserve. Dan zou de reserve gezien ook de nog openstaande onzekerheden met betrekking tot de risico’s van het coronavirus moet worden aangevuld. Hiervoor moet dan zo spoedig mogelijk een heroverwegingsoperatie voor worden opgestart.
Er zijn nog diverse risico’s en kansen die de komende jaren de uitkomst van de begroting kunnen beïnvloeden. Voor de risico’s is nog geen specifiek weerstandsvermogen opgenomen, omdat er te grote onzekerheden zijn over de: omvang van het bedrag of de kans van optreden of wanneer het kan plaatsvinden.
Westelijk deel grondexploitatie A-1
Op 22 april heeft de raad een besluit genomen over de te onderzoeken strategie west bedrijvenpark A1. Dat is een situationele ontwikkelingsstrategie. Per eigenaar zal afgewogen worden dan wel een posterieure overeenkomst te sluiten, dan wel de grond te gaan verwerven. Een verkenning naar het financiële resultaat van deze situationele strategie kent als resultaat een bandbreedte van €28,7 – € 27,3 miljoen negatief. Vooralsnog gaan we uit van €27,8 miljoen negatief. Een verbetering van €3,3 miljoen (NB. in de waardering van de jaarrekening is nog uitgegaan van zelfrealisatie grondeigenaren, wat een verliesvoorziening van €31,1 miljoen en een risicoprofiel van €0,95 miljoen betekent). Eventuele mutaties in het risico zijn hierin nog niet meegenomen. Pas op het moment dat de onderhandelingsresultaten zijn bekrachtigd door de raad kan de waardering van de grondexploitatie geactualiseerd worden. De verwachting is dat vanaf besluitvorming raad West binnen 2 jaar uitgifte gereed is. De aankoop van een stuk grond in het gebied van de grondexploitatie is op 22 april vastgesteld door de Raad. Deze heeft een positief effect van €1,1 miljoen op het resultaat, dat op dit moment dus €30 miljoen is. Er resteert dus nog een mogelijke verbetering van €2,2 miljoen.
BUIG
Zoals in de 1 e kwartaalrapportage 2020 wordt jaarlijks in april vanuit het ministerie van SZW het nader voorlopig BUIG-budget gepresenteerd. Hierin wordt het macrobudget bijgesteld op basis van de landelijke ontwikkeling van het aantal bijstandsuitkeringen en de effecten van rijksbeleid. Het macrobudget is met € 219 miljoen neerwaarts bijgesteld. Deze neerwaartse bijstelling is de vertaling van de geraamde conjuncturele ontwikkeling in de vorm van de werkloosheidsraming van het CPB gecombineerd met de voorlopige realisatie 2019 die op macroniveau positiever is dan eerder geraamd. De ontwikkeling van het aantal bijstandsuitkeringen in 2019 was ook in Deventer positiever dan geraamd. Echter blijft Deventer hierin achter bij de landelijke ontwikkelingen.
In september wordt het definitief BUIG-budget 2020 bekend gemaakt waarin o.a. de definitieve realisatie 2019 is verwerkt en een actuele werkloosheidsraming van het CPB.
Leegstand Cultureel Centrum
De komende periode zijn er een aantal ontwikkelingen in het Cultureel Centrum aan de Keizerstraat. Met de oplevering en start van MIMIK vertrekt filmhuis De Keizer uit het pand en komen de kantoren en filmzalen leeg te staan. Dit betekent inkomstenderving voor de N.V. maatschappelijk vastgoed. De Irispanden, in eigendom van de gemeente, staan al enige tijd leeg en genereren dus geen inkomsten.
De Schouwburg heeft de opdracht gekregen te komen met een toekomstperspectief. Schouwburg en Deventer Marketing zien, samen met verschillende bedrijven in de stad, kansen om meer (zakelijke) conferenties en congressen naar Deventer te halen. Er is bij partijen uit de stadscampus behoefte een dag horeca in het stationsgebied.
Het Kunstcircuit verhuurt oefen- en repetitieruimte in de Keizerstraat aan docenten en verenigen. De huidige subsidie voor facilitering van deze ruimte is niet toereikend.
Om al deze ontwikkelingen samen te brengen wordt momenteel een plan voor de toekomst van het Cultureel Centrum uitgewerkt.
Na de zomer verwachten wij de kansen, die dit biedt, aan de raad te kunnen voorleggen.
Onderwijshuisvesting
Bij het initiële besluit voor het beschikbaar stellen van krediet van Marke zuid was reeds uitdrukkelijk de kanttekening gemaakt dat er geen ruimte is voor claims vanuit het basisonderwijs.
Samen met de schoolbesturen is inmiddels een inventarisatie gemaakt van de onderwijshuisvestingsknelpunten. Deze knelpunten worden verwerkt in een nieuw IHP. Maar vooruitlopend op het IHP en de besluitvorming worden deze knelpunten als realistisch beschouwd om mee te nemen. Het gaat hierbij om nieuwbouw van het schoolgebouw in Lettele, andere huisvesting voor Intermetzo (school voor zmok), leegstand aan de zwaluwenburg en het huisvestingsknelpunt in het kindcentrum Rivierenwijk. De benodigde investeringen zijn groter dan de vrijval van de kapitaallasten. Als het niet mogelijk is om de investeringen in de tijd te verschuiven kan het tekort oplopen tot €1,4 miljoen
Dit is exclusief andere huisvesting van Intermetzo, want hiervoor is nog geen inschatting te maken door het programma.
Bijdrage Jeugd in Algemene uitkering
In gezamenlijke opdracht van het Rijk en de VNG is het verdiepend onderzoek jeugdhulp uitgevoerd. Dit onderzoek laat zien dat het aantal kinderen dat jeugdhulp ontvangt de afgelopen jaren is toegenomen en dat gemeenten nog volop bezig zijn met de noodzakelijke transformatie van de jeugdhulp om de doelen van de Jeugdwet te behalen. Dit beeld spoort met de evaluatie van de Jeugdwet. Dat méér kinderen en gezinnen met problemen eerder in beeld komen en passende hulp krijgen, strookt met de bedoeling van de Jeugdwet. Maar, deze groei in combinatie met een transformatie die nog onvoldoende van de grond is gekomen, betekent ook dat het budget nu in veel gemeenten niet toereikend is. Het kabinet heeft daarom besloten om gemeenten tegemoet te komen door in 2019 €420 miljoen extra beschikbaar te stellen en in 2020 en 2021 jaarlijks €300 miljoen. Aanvullend wordt onderzoek verricht om te kunnen bepalen of, en zo ja in welke mate, gemeenten structureel extra middelen nodig hebben. Tevens worden bestuurlijke afspraken gemaakt tussen het Rijk en de VNG over hoe het jeugdhulpstelsel effectiever, efficiënter en beter kan functioneren.
De extra middelen jeugdhulp bedrage voor Deventer €2,9 miljoen in 2019, €2,25 miljoen in 2020 en 2,3 miljoen in 2021. Dit is in de meicirculaire 2019 Algemene uitkering ontvangen. Op basis van de richtlijnen van BZK en de provincie mag het bedrag uit 2021 ook structureel worden ingeboekt.
Bij de Voorjaarsnota 2021 van het kabinet moet duidelijk zijn wat vanaf 2022 structureel wordt bijgeplust aan het jeugdbudget, dat stelt minister De Jonge. Tot nu toe gaf hij telkens aan dat een volgend kabinet daar pas over zou moeten besluiten. De omvang van structurele ophoging van het jeugdbudget hangt af van het onderzoek naar de oorzaken van de tekorten, dat eind volgend jaar klaar moet zijn. ‘De tekorten hebben ook te maken met beleidskeuzes van gemeenten en de wijze waarop gemeenten jeugdzorg inkopen’, aldus De Jonge.
In onze begroting hebben we vanaf 2022 de gelden Jeugd voor €2,2 miljoen structureel als voordeel ingeboekt. Het risico is aanwezig, dat dit voordeel uiteindelijk niet structureel aan de Algemene uitkering wordt toegevoegd.
In de ledenbrief van april 2020 benadrukt voorzitter Jan van Zanen van de VNG dat ook zonder de coronacrisis gemeenten er financieel niet goed voorstaan. Met name de tekorten in het sociaal domein wegen zwaar. ‘Ook dit onderwerp mag niet van de agenda vallen', schrijft Van Zanen. 'Minister Ollongren heeft bevestigd dat de lopende onderzoeken naar o.a. de structurele tekorten in de Jeugdzorg op de agenda blijven.’
Gemeentefonds (nieuw verdeelmodel)
In de septembercirculaire 2019 zijn gemeenten geïnformeerd over de stand van zaken van de herijking van de verdeling van het gemeentefonds en de uitkomsten van het bestuurlijk overleg van 10 september 2019. De afgelopen periode stond in het teken van het analyseren van de gegevens van de (ruim negentig) gemeenten die in de steekproef zitten. In de analyse worden verschillende verdeelvarianten uitgewerkt en besproken met de begeleidingscommissies en de stuurgroepen.
Uitgangspunt voor het gesprek in de stuurgroepen en begeleidingscommissies over deze varianten is steeds het beoordelingskader zoals dat aan het begin van het herijkingstraject is vastgesteld.
Daarnaast hebben fondsbeheerders en VNG de afgelopen periode verder gesproken over de wijze waarop in de verdeling rekening wordt gehouden met de eigen inkomsten van gemeenten, het vaststellen van de omvang van de clusters, over het ingroeipad en over de manier waarop wordt omgegaan met gemeenten die niet goed in het verdeelmodel passen (‘uitschieters’).
Door de herverdeling van het gemeentefonds krijgen gemeenten te maken met positieve of negatieve herverdeeleffecten. Gemeenten met (grote) negatieve herverdeeleffecten lopen het risico dat zijn hun begrotingen plotseling sterk moeten bijsturen. Daarom is in het verleden afgesproken dat gemeenten er niet meer dan €15,- per inwoner per jaar op achteruit mogen gaan als gevolg van een herverdeling. Op dit moment zijn er nog geen bestuurlijke afspraken gemaakt ten aanzien van het ingroeipad. In het verleden is bij andere herverdeling uitgegaan van een maximaal toegestaan nadeel van €15,- per inwoner. Dit is voor Deventer €1,5 miljoen. Op basis van dit uitgangspunt is het maximale risico dus €1,5 miljoen per jaar (cumulatief).
Minister Knops verschoof onlangs de ingangsdatum van de nieuwe verdeling van het gemeentefonds naar 1 januari 2022, omdat vervolgonderzoek nodig was. Inmiddels is meer bekend over het plan van aanpak van het vervolgonderzoek en het algemene tijdpad.
De minister kwam vanuit het oogpunt van zorgvuldigheid en draagvlak tot de conclusie dat het beter was om de invoering een jaar uit te stellen. Tegelijkertijd is hij van mening dat van uitstel geen afstel mag komen, omdat alle betrokkenen de herijking noodzakelijk vinden. Herverdelen van geld leidt onherroepelijk tot voor- en nadeelgemeenten. Sommige gemeenten gaven al aan dat niet herverdelen ook pijn doet. Daarom wil de minister voor het einde van dit jaar de besluitvorming over de invoering afronden, zodat gemeenten ruimschoots voor de invoering geïnformeerd zijn.
Het VNG-bestuur heeft op advies van de meest betrokken VNG-commissies (Financiën, Zorg Jeugd en Onderwijs, Participatie, schuldhulpverlening, integratie) ingestemd met dit uitstel onder de voorwaarde dat er in de decembercirculaire 2020 een nieuw verdeelmodel wordt gepresenteerd dat 1 januari 2022 kan worden ingevoerd.
Dividend Enexis
Het energienetwerk behoort tot de vitale infrastructuur. Netwerkbeheerder Enexis voert een wettelijke taak uit. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) en het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) houden toezicht op de netbeheerders. ACM bepaalt de tarieven die klanten in rekening krijgen. Het gaat daarbij om tarieven voor aansluitingen op het netwerk, het transport van energie en een vergoeding voor de energiemeters.
ACM hanteert een benchmark met als doel de regionale netwerkbedrijven voortdurend aan te zetten tot een efficiënte(re) bedrijfsvoering. Resulterend in redelijke tarieven.
Investeringen moet Enexis (voor)financieren. Gedurende de looptijd van de investeringen worden de kosten via de tarieven vergoed. Deze werkwijze ligt vast in Europese wetgeving. ACM bepaalt de afschrijvingstermijnen van de investeringen en het toegestane rendement op geïnvesteerd vermogen (WACC: Weighted Average Cost of Capital). De WACC is gebaseerd op de ontwikkeling van de kapitaalmarktrente.
Er zijn twee redenen om aan te nemen dat de dividenduitkering aan aandeelhouders van Enexis zal dalen:
-De kapitaalmarktrente en de WACC dalen waardoor ook de toekomstige nettowinst zal dalen met mogelijk 50% en daarmee ook de dividenduitkering met 50% zal dalen.
-De doorrekening van het Klimaatakkoord door het Planbureau voor de Leefomgeving gaat uit van extra investeringen tot 2030 van ongeveer €1,9 miljard door Enexis. Om binnen het financieel beleid te blijven (met name behoud van rating A) betekent dit dat hiervan een derde vreemd vermogen en twee derde eigen vermogen nodig is. In totaal is dus tot 2030 ongeveer €1,3 miljard aan eigen vermogen nodig. Deels zal dat opgebouwd kunnen worden uit ingehouden winst en deels zal een beroep worden gedaan op aandeelhouders (een voorstel hiertoe is in april aan aandeelhouders voorgelegd en daarover zal in de AvA van juni 2020 een besluit worden genomen). Zie ook de raadsmededeling.
Het geraamde dividend voor Deventer is €280.000 structureel. Financieel risico is een derving van 50%, €140.000 structureel.
Corona
In de 1 e kwartaalrapportage 2020 is gemeld, dat we bezig zijn met het verder inzichtelijk maken wat zowel de eenmalige of structurele gevolgen zijn van het coronavirus. Hierbij is het natuurlijk ook van belang in hoeverre er een compensatie van het Rijk komt.
Financiële soliditeit (financieel solide huishouding) is een onderdeel van een structureel sluitende (meerjaren-)begroting. Hierbij wordt ook gekeken of er voldoende buffers beschikbaar zijn om op korte termijn risico’s en nadelen te kunnen dekken.
Het college van B en W heeft in het bestuursakkoord 2018-2022 Deventer opgenomen dat zij een financiële solide huishouding wil voeren met een reëel sluitende jaar- en meerjarenbegroting, die gedekt wordt met structurele middelen. Reëel sluitend houdt in dat hierbij ook gekeken wordt naar de kwaliteit en plausibiliteit van de begroting en meerjarenraming, waarbij het realiteitsgehalte en de volledigheid van de geraamde baten en lasten worden getoetst. De ratio van het weerstandsvermogen bedraagt 1.
In de volgende hoofdstukken lichten we de beschikbare buffers toe.
a. Specifieke weerstandsreserve
In de 1e kwartaalrapportage is aangegeven dat de ratio van het specifiek weerstandsvermogen 1 bedraagt. Dit is een resultante van:
Ratio weerstandsvermogen = | €16.169.000 weerstandscapaciteit | 1 |
€16.169.000 weerstandsrisico’s |
b. Generieke weerstandsreserve
Onderstaand wordt de stand van de Generieke weerstandreserve weergegeven. In deze stand is rekening gehouden met:
a. een storting van het voordelig rekeningresultaat 2019 van €1.5 miljoen;
b. de vrijval van de verliesvoorziening grondexploitatie A-1 van €1.1 miljoen door aankoop grond (raadsbesluit april 2020);
c. vrijval specifieke weerstandsreserve (zie 1e kwartaalrapportage);
d. storting uit reserve “Begrotingstekorten” (zie 1e kwartaalrapportage 2020).
De stand van de generieke weerstandsreserve bedraagt dan:
bedragen x €1.000 (-/- = Nadeel) | |||||
Omschrijving | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
Stand 31-12 | 3.382 | 2.793 | 2.954 | 4.800 | 7.583 |
In de begroting zijn stelposten opgenomen die dienen voor de opvang van eenmalige en structurele nadelen.
a. Stelpost accres
In de begroting zijn stelposten opgenomen om de nadelen op te vangen van lagere accres bijdragen in de AU door lagere of vertragingen uitgaven Rijk.
(bedragen x €1.000) [ -/- = Nadeel] | |||||
Omschrijving | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
Stelpost accres AU (dekking eenmalige nadelen) | 850 | 850 | 750 | 750 | 750 |
Stelpost accres AU (dekking structurele nadelen) | 300 | 600 | 900 | 1.200 | 1.500 |
Vooruitlopend op de info die we krijgen in de mei circulaire Algemene uitkering is door de VNG al het volgende medegedeeld.
Afrekening 2019
De definitieve berekening van de gemeentefondsuitkering voor 2019 valt iets gunstiger uit dan verwacht. Uit de Voorjaarsnota blijkt dat die €16,1 miljoen hoger is dan wat in de septembercirculaire werd vermeld. Voor Deventer zou dit € 75.000 zijn.
Accres bevriezen
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) schrijft in een recente ledenbrief dat naar een oplossing wordt gezocht voor de schommelingen in het gemeentefonds. ‘De coronacrisis leidt tot veel financiële onzekerheid, terwijl er bij gemeenten juist behoefte bestaat aan rust en stabiliteit.’ In het Bestuurlijk Overleg Financiële verhoudingen ‘is besproken om het accres voor de rest van deze kabinetsperiode te bevriezen’.
Mei circulaire
Vrijdag 29 mei is de circulaire Algemene uitkering ontvangen. We zullen de raad over de uitkomsten in een afzonderlijk raadsmededeling informeren.
b. Stelpost autonome ontwikkelingen
Voor het dekken van autonome ontwikkelingen anders dan nadelen in het accres Algemene uitkering kunnen we beschikken over de stelpost autonome ontwikkelingen. De bestendige gedragsregel is dat elk jaar wordt bekeken of de eerste jaarschijf van de stelpost eenmalig of structureel met worden ingezet ter dekking van de autonome nadelen. De jaarschijven na 2020 worden dus nu niet betrokken bij het zorgen voor dekking van de begroting of het creëren van ruimte voor nieuw beleid.
(bedragen x €1.000) [ -/- = Nadeel] | |||||
Omschrijving | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
Stelpost autonome ontwikkelingen 2020 | 0 | 650 | 650 | 650 | 650 |
Stelpost autonome ontwikkelingen 2021 | 0 | 350 | 350 | 350 | 350 |
Stelpost autonome ontwikkelingen 2022 | 0 | 0 | 350 | 350 | 350 |
Stelpost autonome ontwikkelingen 2023 | 0 | 0 | 0 | 375 | 375 |
Stelpost autonome ontwikkelingen 2024 | 0 | 0 | 0 | 0 | 380 |
Saldo | 0 | 1.000 | 1.350 | 1.725 | 2.105 |
In 2020 wordt de stelpost eenmalig ingezet voor dekking van de autonome ontwikkelingen. Het structureel inzetten van de stelpost van de jaarschijf 2020 wordt bezien bij het opstellen van de begroting 2021.