In de 1e kwartaalrapportage wordt de raad geïnformeerd over diverse zaken:

  • De prognose van de realisatie van elke doelstelling en prestatie. Als de doelstelling of prestatie wordt gerealiseerd dan wordt dit met een groen vinkje aangegeven. Indien de prestatie of doelstellingen niet kan worden gerealiseerd, wordt vermeld voor welk deel wel;
  • De lopende investeringen. Zowel inhoudelijk als financieel wordt aangegeven of dit loopt conform eerdere besluiten;
  • Stand van zaken grote projecten;
  • De financiële wijzigingen in de programma’s. Deze betreffen neutrale mutaties binnen programma’s en autonome ontwikkelingen die met de algemene middelen worden verrekend. Hierin worden dan ook de ontwikkelingen met betrekking tot het coronavirus belicht.

 
Naar aanleiding van een motie van de raad is ook een overzicht van de stand van zaken van moties opgenomen. 

De raad heeft op 22 april gezien de gebeurtenissen rondom het coronavirus besloten de 1e Kwartaalrapportage/kaderbrief 2020 te verplaatsen naar de raadsvergadering van 24 juni. Hierdoor verviel de Voorjaarsnota 2020.

In de kwartaalrapportage komen de autonome ontwikkelingen die beginnen in 2020. In de Kaderbrief de autonome ontwikkelingen, die voor het eerst optreden in 2021 of later. De kwartaalrapportage en kaderbrief zijn twee afzonderlijke documenten.

De uitkomst van de kwartaalrapportage is:

bedragen x €1.000 (-/- = Nadeel)

Omschrijving

2020

2021

2022

2023

2024

Saldo

-1.731

-389

366

1.147

1.263

Op basis van de kaderbrief zullen de uitkomsten negatiever worden.

Door de grote onzekerheden met betrekking tot de financiële gevolgen van het coronavirus wordt geadviseerd nu geen besluit te nemen ten aanzien van de uitkomst van de begroting zijnde het opstarten van heroverwegingen en/of vrijgeven ruimte voor nieuw beleid, maar dit te betrekken bij het opstellen van de uitkomst van de begroting 2021 (november 2020) of al zoveel eerder. Van belang hierbij is dat er meer bekend is over: de gevolgen van het coronavirus, de bijdrage van het Rijk hierbij, de uitkomsten mei/juni circulaire Algemene uitkering en de septembercirculaire BUIG. Op 28 mei is de eerste informatie ontvangen over het corona-steunpakket van het Rijk aan de lagere overheden.

Als er meer duidelijk is over de uitkomsten van de financiële gevolgen van gemeenten van het coronavirus en over de uitkomsten meicirculaire Algemene uitkering kan een actuelere financiële positie worden bepaald. Indien er dan nog in de eerste jaren nadelen zijn, dan worden deze in eerste instantie gedekt uit de generieke weerstandsreserve. Het is dan wenselijk te zijner tijd voor een storting van dezelfde omvang te zorgen.